DE STAND VAN HET GRAS - Rashel van der Schaaf

Directors statement

In de film ‘De Stand van het Gras’ wordt vanuit het perspectief van een egel en een ekster de relatie tussen mensen en hun gazon geobserveerd. Deze mensen voeren allemaal verschillende handelingen uit die nodig zijn voor het onderhouden van een gazon. Het besproeien en maaien van het gazon lijken in eerste instantie weinig impact te hebben op de omgeving en dieren in de tuin. Naarmate de film vordert worden de ingrepen in de tuin ingrijpender en bruter. Wat hebben deze ingrepen als doel en wat levert ons dat uiteindelijk op? Willen wij te veel controle hebben over onze natuurlijke omgeving?

Een tijd geleden las ik het boek Natural (2020) geschreven door Alan Levinovitz. In dit boek bespreekt Levinovitz verschillende voorbeelden van wat wij mensen iets ‘natuurlijk’ of ‘onnatuurlijk’ vinden.   Hij vraagt zich af hoe dit zo is gekomen en of ons standpunt wel terecht is. Bijvoorbeeld het hoofdstuk over vanille. Vanille is terug te vinden in enorm veel hedendaagse producten. Een deel van deze vanille is afkomstig uit het lab, waar uit verschillende andere producten het stofje vanilline wordt gewonnen. Een ander deel van deze vanille komt van de vanilleplant. In dit hoofdstuk stelt Levinovitz de chemisch gewonnen vanilline tegenover de biologisch gewonnen vanille, waarbij de biologisch gewonnen vanille door de meeste mensen als ‘natuurlijker’ wordt beschouwd en dus beter. Levinovitz legt uit dat het winnen van vanille uit de vanilleplant echter alleen gedaan kan worden door vrouwen en kinderen, omdat zij met hun kleine handen de plant kunnen bestuiven.

Daarnaast worden er bossen gekapt voor de vanille plantages en worden er zelfs oorlogen gevoerd om de vanille. De vraag of vanilline, uit het lab, daarom slechter zou zijn dan ‘natuurlijke’ vanille komt ter discussie te staan.

Bij mij ontstond een jaar geleden eenzelfde soort vraag over gras. Ik hoorde een tijd geleden een verhaal dat vroeger, rond 1850 in Engeland, een ‘net’ gazon alleen weggelegd was voor de adel. Zij hadden geld en tijd om een gazon te onderhouden en een tuinman te betalen. Hierdoor besefte ik dat een gazon (zoals in onze tuinen) helemaal niet bestaat zonder de inmenging van de mens. Hoe natuurlijk is het gras van een gazon dan nog?

Waarom ik deze film wil maken hangt direct samen met mijn zorgen als jonge bewoner van deze planeet over vervuiling en het veranderende klimaat. Sinds mijn afstudeerproject in 2020 heb ik mezelf voorgenomen dat ik mijn films wil wijden aan een vraag die cruciaal is voor de vorming van onze (mensen) keuzes met betrekking tot de toekomst: Wat is onze (menselijke) relatie tot onze natuurlijke omgeving? In mijn films wil ik de kijker die vraag stellen en een nieuw perspectief bieden op deze relatie.

In De Stand van het Gras belicht ik onze relatie tot gras in onze eigen tuinen. Het plantje gras is op zichzelf natuur. Giet je het echter in een gazonvorm dan valt dat sterk te betwisten. Een gazon, zoals wij het voor ogen hebben, moet bemest worden, geverticuteerd, besproeid, gemaaid, geknipt, belucht en zo maar door. Als we niks doen dan zal het gazon meer lijken op de wilde bermen in een stad, maar dat is niet wat de meeste willen in de tuin. Het gras moet groen zijn en netjes. Levend en overzichtelijk. Stralend en monotoon. Maar wat betekent een ‘graswoestijn’ of ‘grasfalt’ voor de omgeving van een gazon? En gaan we daarin soms niet te ver?

Deze vraag wil ik oproepen door de film te laten zien vanuit het perspectief van een egel en een ekster. De egel scharrelt laag over de grond door de tuinen en onderzoekt de door mensen gecreëerde wereld. De ekster bekijkt de mensen meer van bovenaf of van een afstand en levert commentaar op wat er gebeurt. Door middel van cameravoering en sound design wil ik de kijker zich laten wanen in de wereld van deze veel geziene tuindieren. Vanuit deze perspectieven krijgen de menselijke handelingen en daarbij gepaard gaande apparaten een andere lading. Deze wereld van gras die zo gewoon lijkt wordt in een ander licht gezet. Daarmee wil ik de kijker laten reflecteren op zijn eigen gedrag of zijn eigen handelen.

De cameravoering en sound design zijn erg belangrijk voor deze film. Zij zijn bedoeld om de kijker mee te nemen in een perspectief en zienswijze die hij niet gewend is. Op een observerende manier zien wij wat de mensen zoal doen met hun gazon en vangen we hier en daar een gesprek op.

De blik van de egel is nauw en onderzoekend. Er overvallen hem dingen als hij zich door de tuin beweegt. Vanuit dit perspectief bevinden we ons tussen de grassprieten en zien we vaak niet meer dan de benen van mensen. De ekster zit op een veiligere afstand en observeert de mensen en hun rare handelingen. We kijken vanuit een boom, een schutting of soms van de grond naar de dingen die de mensen doen. In de cameravoering en sound design hebben wij geprobeerd om een representatie te geven van de beleving van een egel en ekster. Dit blijft natuurlijk onze menselijke interpretatie daarvan.

Het onderzoeken van deze niet-menselijke perspectieven, wat ik ook al deed in mijn afstudeerfilm ‘Ich bin der Fluβ’ waarin de rivier de Donau de hoofdpersonage was, vind ik erg interessant. Dit onderzoek is denk ik nodig in de zoektocht naar een nieuwe betekenis van de relatie tussen de mens en natuur. Geïnspireerd door de beweging ‘The Parliament of Things’, in gang gezet door socioloog en filosoof Bruno Latour, probeer ik ook een stem te geven aan stemloze partijen. Ik probeer te onderzoeken hoe ik verhalen kan vertellen die iets anders laten zien, en in hun toon niet beschuldigend zijn. Het is niet mijn doel om mensen terecht te wijzen. Ik wil mensen zelf iets laten ervaren wat op een gevoelsniveau wat teweeg brengt. Het is een subtielere wijze waarop ik toch mijn mening door kan laten schemeren. Ik denk dat we vanuit een intrinsieke waarde tot handelen aangezet moeten worden en niet door een commando van buitenaf. Dit hoop ik teweeg te brengen met ‘De Stand van het Gras’

Rashel van der Schaaf